Ezelen in het Walhalla van de wielrenners...Mont Ventoux


De Mont Ventoux is berucht om zijn zware beklimming, het Waterloo voor mening wielrenner. Het gebied eromheen is prachtig om te wandelen en heel gemakkelijk toegankelijk. Een liefelijk Provençaals landschap, met uitzicht op die mythische berg. Wij kregen ezel Chipie mee voor onze vierdaagse trektocht langs de voet van de Mont Ventoux.

Het is altijd even doorbijten, zo’n twaalf uur rijden en rusten in de auto naar Zuid-Frankrijk. Maar dan heb je ook wat: Warmte in voor- en najaar, weinig regenkans, heerlijk Provençaals landschap en natuurlijk de onnavolgbare Zuid-Franse lekkernijen.

De ontvangst bij de ezelverhuurder Eric Moreau is bijna on-Frans hartelijk. Eric laat ons zijn boerderij van kleine dieren zien. Lara en Nina zijn verrukt, de vakantie kan al niet meer stuk. De geiten, schapen, konijnen, ganzen hebben allemaal jonkies en de kinderen mogen ze aaien! s’ Zomers verhuist Eric zijn kleine boerderij naar een dichtbij gelegen camping, om een animatieprogramma voor de – veelal Nederlandse- kinderen op de camping te verzorgen.

Dag 1   Verliefd

Van de ezelboerderij naar Mormoiron, 10 km, 4 uur wandelen

We krijgen Chipie mee, een langharige, jonge ezel. Eigenzinnig en ondeugend, waarschuwt Eric ons; ‘Ze moet vooral in het begin duidelijk voelen wie de baas is.’ We hebben ervaring met eigenwijze ezels, dus dat moet lukken. Twee honden dartelen om ons heen. Lara is meteen verliefd. Van Eric mogen de honden Maya en Tootsie een dag meelopen. Het blijken trouwe en zeer gehoorzame metgezellen te zijn.

Eric geeft ons uitleg over de verzorging en begeleiding van de ezel, over mogelijke obstakels op de route. Gewapend met kaart en routebeschrijving gaan we tegen twaalven op weg. Inderdaad loopt Chipie bij de eerste de beste kruising een ander pad in dan wij willen. Chipie weigert te keren. Met een flinke pets van de esdoorntak op zijn kont en met strenge stem krijgen we Chipie weer in het gareel.

Na zo’n anderhalf uur lopen komen bij een soort kleine gorges middenin een bos. We raken het pad kwijt omdat er meer paden blijken te zijn dan op de kaart staat aangegeven. Oké, terug naar het herkenbare gemarkeerde pad en weer opnieuw proberen. Het lukt, we vinden na enig gepuzzel op de kaart de goede weg. Na een kleine beklimming met uitzicht op de Mont Ventoux dalen we af door de wijnranken. Hé, dat was niet de bedoeling, we zouden langs een plan d’eau, een zwemvijver, moeten lopen. Nou ja, de kaart leert ons dat deze route ook naar onze eerste overnachting in het dorpje Moirmoiron leidt. En het wordt al laat…

In het dorp vragen we de weg naar onze gite. Een man op motor spreekt ons aan. Hij blijkt een vriend van Eric te zijn en vertelt dat Eric ons tegemoet is gelopen bij het plan d’eau. Ehhh, ja wij hebben en andere weg genomen. “Pas de problèmes”, hij belt Eric, die vijf minuten later met een baal stro voor Chipie bij onze gite staat. We maken de ezel vast aan een lange lijn in de boomgaard en zijgen met een fles wijn uit de tassen van Chipie neer op het terras van de gite. Het is zeven uur ’s avonds en nog heerlijk warm. De kinderen verzorgen Chipie, tot we gaan eten.

Dag 2   ´Zelf geschoten`

Van Mormoiron naar Méthamis, 12 km, 5 uur wandelen

Na het bekende, maar altijd lekkere Franse stokbrood met jam en zoete broodjes, pakken we de bagage in de ezeltassen en gaan om 10.00 uur weer op weg. Goed opletten wat in welke tas gaat, want beide tassen moeten ongeveer even zwaar zijn, zodat Chipie gemakkelijk zijn evenwicht kan houden. Nog even in het dorp brood en drinken voor onderweg halen. We binden Chipie aan de fontein, middenin het dorp. Meteen krijgen we aandacht van een groep Fransen, natuurlijk op de wielrenfiets. Ja, een randonnée met ane is ook heel chouette! We stijgen door droog struikgewas, met voortdurende doorkijkjes naar die berg. Hij lijkt alsof hij steeds groter wordt. Via een kersenboomgaard - helaas nog in de knop – komen we in een leuk bergdorpje: Blauvac, gelegen op een bergrug met uitzicht naar twee kanten. Het is mei, maar toch wel zo´n 26 graden, dus het is best zweten geblazen. Even op een terras iets drinken en van het uitzicht genieten. Chipie parkeren we in de schaduw aan een boom in een grasveldje. Kan ze lekker mals gras eten.

We gaan verder naar Méthamis, het volgende doel. Afdalend kunnen we het dorpje al op vier kilometer afstand zien liggen. Mooi langgerekt vleit het dorp zich tegen een bergrug aan, met de grote kerk als onmiskenbaar hoogste punt. De gite ligt – zo leert navraag bij een inheemse mevrouw - iets buiten het dorp in de campagne. Mooi uitzicht over het Provençaalse land, een wat kleine kamer met stapelbed, maar wel een lekker zwembad en heerlijke zelfgemaakte delicatessen bij het diner. Zoals de wildpaté – van zelf geschoten everzwijn, verzekert de gastvrouw ons - met in het zuur ingemaakte kersen.



Dag 3   ‘Hup, in de beentjes’

Méthamis – Villes sur Auzon 8 km, 4 uur wandelen

Chipie is onrustig als we hem ‘opzadelen’, nadat ze uitgebreid is geborsteld door de kinderen. Ze wil weg. We gaan voor de ezel lopen en houden haar zo een beetje in toom. Als we in het dorp aankomen, blijkt waarom Chipie zo onrustig was: twee vriendjes worden door Eric opgezadeld om met twee gezinnen aan een dagwandeling te beginnen. Ezels schijnen over een omtrek van twee kilometer bekende geuren op te kunnen vangen. De ezels begroeten elkaar, Chipie loopt vervolgens gedwee mee op weg naar de volgende klim. Die leidt via de Grande Randonnée 91 over de “Combes” naar de “Sommet de Gacholle” (475m). Niet zo hoog, denk je dan, maar toch effe de berg omhoog duwen. Chipie gaat sneller dan wij. Onze arbeid wordt beloond: we hebben uitzicht over prachtige gorges. De weg naar beneden is dan ook alleen maar genieten van het uitzicht. Een kleine twee uur later komen we aan in Villes sur Auzon. Een lekkere korte route, vandaag. We zoeken onze gite op, middenin het dorp, direct tegenover de kerk. Dat wordt feest vannacht met die klok. Gelukkig heb ik oordopjes bij me, dat slaapt een stuk beter.

En waar moet Chipie staan? Tussen de huizen blijkt een weitje verborgen te liggen, met veel mals gras. Maar Chipie heeft geen zin om in z’n uppie in dat weitje te staan. Als we in de weer zijn met het slot van de wei, ziet Chipie kans de benen te nemen. Hij spurt handig tussen de nauwe gangetjes door. Gelukkig is Lara ook snel, ze ziet kans de ezel in te laten en het leidtouw te grijpen. Chipie laat zich gewillig weer terug brengen naar het weitje. De kinderen geven haar water en borstelen hun vriendje. Als ze weg gaan horen we luid gebalk.


Dag 4  Au pied du Ventoux

Villes sur Auzon – Bedoin: 16 km, 6 uur wandelen

We gaan vroeg op pad, aardig wat kilometertjes voor de boeg. De route is zonder veel ups en downs. We lopen – weer via een grande randonnée langs een combe (gorges) - door Provençaalse begroeiing van lage eiken en dennenbos naar een schattig dorpje: Flassan. Erg artistiek. Een paar kilometer verderop gaan we picknicken. We zien een mooie uitspanning met fantastisch uitzicht; `Kom, laten we een terrasje doen´. Er staan wel veel dure auto´s. Even overwegen we nog Chipie naast een glimmende bmw aan de boom te binden. Dan zie ik de menukaart. Ehhh, dit is een restaurant met Michelinster, een kopje koffie zullen we er wel niet goedkoop kunnen krijgen. We gaan toch een stukje verder - met iets minder uitzicht - in het bos zitten picknicken. We zitten nu letterlijk aan de voet van de Mont Ventoux.

Rustig wordt het niet. Ineens komen er uit het bos binnen 5 minuten zo´n dertig atb´ers tevoorschijn. O, natuurlijk, het is zondag, tout Frankrijk is en vélo. Onze picknickplek wordt pleisterplaats. Er wordt gedronken, gegeten, getoiletteerd, banden geplakt en druk getelefoneerd. De Mont Ventoux blijk je ook per atb te kunnen beklimmen. Zou dat gemakkelijker zijn?

Chipie loopt lekker. Nina is moe en zit op de ezel. Het is een recht pad, dus geen probleem. Wij halen wat zware flessen uit de tassen om het gewicht wat te compenseren. We kuieren voort, tot we voor een grote plas water staan. Chipie wil niet verder. Nina eraf, praten met Chipie. Harder praten met Chipie. We proberen haar aan het hoofdstel mee langs de plas te voeren. Ook de esdoorntak helpt niet. Chipie volhardt in stilstand. Oké, dan zoeken we een andere route door het belendende bos- en struikgewas. Onder de schrammen kom ik even later aan de andere kant van de plas. Nina kan er weer op.

Ons pad naar Bédoin maakt nog een afslag naar de `Demoiselles Coiffée´. Moeten we zien, volgens ezelboer Eric. Inderdaad, een wonderlijk natuurverschijnsel van rode menhirs, met daarop iets wat nog het meest lijkt op een ingeslepen rotsblok. Op naar het basecamp van de wielrenners: Bedoin. Het is nog steeds warm en de cotes de Ventoux wacht. Maar ook de trailer die Chipie weer terug naar de boerderij brengt. Het afscheid van onze lieve, ondeugende vriend valt ons zwaar. ´Gaan we nog een keer terug naar Chipie?´ vraagt Nina hoopvol. Vast nog wel een keer.